De eerste avond van de programmabegroting 2023-2026 is voorbij. De algemene beschouwingen zijn uitgesproken door de fractievoorzitters en de wethouders hebben gereageerd. Daarna werd de vergadering voor 1 week geschorst. Het afhandelen van de moties gebeurt dan volgende week.
Dat klinkt niet heel spannend, maar ik beleef het als een ongelofelijk krachtige tijd. De aanloop naar de programmabegroting is vooral een van focussen op de inhoud en begrijpen wat er in de programmabegroting van het college eigenlijk allemaal staat. Vervolgens je eigen focus bepalen, samen met de achterban overleggen, en de focus verder afwegen en vaststellen.
Ik begin met het lezen van de tekst. De verschillende programma’s, de ambities, de geplande uitvoering en het bedrag dat ervoor is gepland. Bij de begroting voor de komende jaren voor Steenwijkerland valt mij meteen op dat de focus van het college op belangrijke punten ligt. Op onze inwoners, op de directe leefomgeving, op welzijn en gezondheid, op voorkomen en verhelpen van armoede en op niemand buiten sluiten.
Het zijn prachtige speerpunten; het lijkt de basis van onze samenleving hier. En als je goed voor de basis zorgt, kun je met een gemeenschap problemen en uitdagingen beter het hoofd bieden. Daarnaast ligt de focus ook op de samenwerking met de provincie, gebiedsgerichte aanpakken, water, bouwen, met ook hier veel aandacht voor het welbevinden van onze inwoners en het met elkaar in gesprek blijven. En er is een hoofdstuk duurzaamheid. Mooi: een heel hoofdstuk voor een belangrijk onderwerp!
En dat leest eigenlijk wel lekker weg. Het blijkt ook nog financierbaar, dus waar zou je je druk over maken?
En toch… Al tijdens deze eerst blik op de tekst bekruipt mij een alert gevoel. Wacht, dacht ik, en ik pak het collegevoorstel erbij. Dat is de tekst die dan in het kort beschrijft over wat de raad gaat stemmen. Er is een omschrijving van het onderwerp, de inhoud, de risico’s en van de “duurzaamheid en social return”. Onder alle kopjes staat tekst, de datum is goed ingevuld, maar onder “duurzaamheid en social return” staat er: n.v.t. (niet van toepassing).
Voor deze gemeente is het onderwerp “duurzaamheid en social return” voor de komende drie jaar niet van toepassing! En dat tijdens de Nationale Klimaatweek. Daar val ik best even stil van en blader terug naar het hoofdstuk “duurzaamheid”, hoofdstuk 5 van de 7. Als eerste ambitie staat er: “Steenwijkerland is klimaatneutraal in 2050”. Vertaald is dat dus: “als het wettelijk moet, doen wij het”.
Ik heb het al vaker gezien, mij erover verbaasd en ook tijdens raadsvergaderingen benoemd. Voor mij en voor GroenLinks, is het onvoorstelbaar dat er voorstellen worden geschreven en voorgelegd aan de raad waarop geen enkele informatie staat over klimaat, duurzaamheid en social return. Hoe moeten wij als raad hier een keuze maken. Voor of tegen? Hoeveel impact heeft de uitvoering van dit voorstel op onze planeet, en hoe kan de urgentie van deze afweging nou doordringen tot iedereen als zelfs het college niet kan uitleggen wat de impact is? Als wij onze inwoners oproepen om er meer - zo niet alles - aan te doen om deze planeet goed aan toekomstige generaties over te dragen?
Het woord rentmeesterschap schiet mij te binnen. En dan toch maar even googelen, ook al brandt voor elke zoekopdracht op het net een 40 watt lamp een uur lang; zoveel verbruikt onze online-informatievoorziening bij een zoekopdracht. Maar goed, er staan verschillende definities op het net. Niet geheel onverwachts natuurlijk. Het net weet immers veel informatie te verzamelen en te sturen.
Op de site van Prodemos - Ons huis voor de democratie en rechtstaat - staat het volgende: “verantwoordelijke samenleving”. Op andere sites vind ik “de mens heeft de taak om goed voor de door God aan ons toevertrouwde aarde en het vruchtgebruik ervan te zorgen” (betekenis-definitie.nl). En: “De mens heeft de taak om goed voor de aarde te zorgen waarop hij leeft” (scholieren.com) of: “het financiële en zakelijke beheer voeren over onroerende goederen van iemand anders” (encylco.nl) en ook “De aarde is niet van ons, wij hebben de aarde te leen van god” (Rentmeesterschap, cda.nl).
Het klinkt allemaal best verschillend. Als ik er echter goed naar kijk, zie ik vooral in al deze definities dezelfde opdracht: “Zorg ervoor bij alles wat je doet dat de aarde het goed heeft, klaar is voor volgende generaties, en generaties er klaar voor zijn om verder te zorgen voor de aarde”. En dat klinkt zo logisch. Want wie zou immers van een zieke, zo niet doodzieke aarde kunnen verwachten dat alles blijft functioneren? Dat alles goed is, alles in evenwicht blijft?
En dan kijk ik weer naar het programma en denk aan de zin die Annette Nobuntu Mul vandaag tegen mij zei: “Terwijl je in de Ikea staat om nieuwe tegels voor je badkamer uit te zoeken, brandt je huis af”.
Voor mij is één ding duidelijk geworden: “Ik wil niet langer meer voor of tegen iets stemmen waarvan ik niet kan achterhalen in welke mate het impact heeft op ons klimaat. Want ondanks dat de verandering al een feit is en wij volgens alle klimaatrapporten sinds 1972 ons gedrag en ons beleid zouden moeten veranderen om te kunnen blijven genieten van het leven op aarde, ondanks dat blijven wij ons gedragen, blijven wij beleid maken alsof het wel zou kunnen loslopen.
Na dit besef ga je dan aan het werk. Hoe kunnen wij zichtbaar maken dat het ons menens is? Hoe krijg je dit concreet in een motie? En hoe lukt het om zoveel mogelijk draagvlak voor deze motie te creëren? Samen met de achterban ontwerpen wij de tekst, en de oproep aan het college om “bij elk raadsvoorstel op te nemen welke impact de uitvoering ervan op het klimaat heeft”.
En dat kan positief alsook negatief zijn. Iets om trots op te zijn. Of iets waarbij je naar alternatieven moet zoeken, compensatie moet regelen of je je moet afvragen of je de jeugd van tegenwoordig nog recht kunt aankijken.
Helaas heeft de wethouder de motie gisteren ontraden. Ergens kan ik nog wel begrip voor zijn terughoudendheid opbrengen. Deze motie vraagt niet zomaar iets. Met deze motie zorg je ervoor dat in alle zeven hoofdstukken van het programma verankerd wordt wat je zou kunnen beschrijven als “rentmeesterschap”. Dat vraagt oprecht veel werk, vooral in het begin als iedereen dat moet oppakken. En het vraagt tijd om het te laten doordringen tot in het DNA van onze organisatie. Het gaat misschien niet perfect in het begin, en dat hoeft ook niet.
Het klinkt best zwaar, maar ik heb zo het idee dat het zomaar zou kunnen dat áls wij hier een keer commitment aan geven, er een heleboel positieve energie zou kunnen ontstaan. En ik hoop echt dat ik de raad en het college kan overtuigen dat het een poging waard is.
Wordt vervolgd.
Met groene en sociale groet
Stephanie Geurtz
GroenLinks Steenwijkerland